Aan het luie leven is een einde gekomen; ik moet weer aan de bak. De vakantie was heerlijk. Samen met mijn Drietal en Log (onze camper) een rondje gemaakt met als thema: WOI.
Het is een gemis in onze geschiedenislessen dat we maar zo weinig over deze vreselijke (welke is er niet erg?) oorlog te weten komen. Of misschien niet; geconfronteerd worden met leed is iets wat je kinderen wilt besparen.
We hebben indrukwekkende, ziekmakende, ontroerende en blije ogenblikken uit die oorlog mogen bekijken dankzij het geweldige behoud van geschiedenis in plaatsen als Verdun en Ieper.
Bij Ieper bezochten we een militaire begraafplaats.
'Lopen we nu over dode mensen?' vroeg Jongste.
'Ja, schat. Ze liggen hieronder.'
'Maar als ze er liggen, waarom staan er dan geen namen op?'
'Omdat we van de meeste soldaten op dit kerkhof niet weten wie ze zijn.'
Oudste tuurde naar de zerken. 'Die we kenden, waren wel jong.'
We zitten samen bovenop de heuvel waar het monument ter nagedachtenis aan de derde slag bij Ieper staat. Onder ons ligt het kerkhof waar we net overheen liepen. Het is relatief klein; 2000 graven. Maar 1700 ervan naamloos.
Voor mij hét moment deze vakantie waarin ik me innig met mijn kinderen verbonden voelde.
Een aantal jaar geleden schreef ik 'De kus'. Het was een verhaaltje voor een wedstrijd op Korteverhalen.nl. Het heeft amper 850 woorden. Die bleven over na duizenden woorden research omdat ik me geen raad wist met het onbevattelijke grote leed dat WOI heeft aangericht. Dus ik verzon kleiner verdriet.
Klik hier als je het wilt lezen.