Open brief aan een vandaal,
Wat ging er door je heen toen je op dinsdag 30 augustus 2011 laat in de middag een lange kras op de portier van Dotje, mijn Lelijke Eendje, zette?
Voelde je trots? Dezelfde trots als ik een paar uur ervoor toen ik haar mocht ophalen uit de spuiterij, alwaar ze een mooi nieuw lakjasje had gekregen, voorzien van klavertjes vier voor geluk?
Voelde je bevrediging? Net zoveel als ik omdat ik na lang sparen en heel veel geploeter in mijn leven eindelijk ertoe was gekomen om Dotje 1966 (special p’eend) te geven wat ze verdiende?
Voelde je waardering voor je werk? Net zoals ik voelde voor de mannen van de spuiterij, die hun stinkende best hebben gedaan om van een oud, heel oud Eendje een kunstwerkje te maken?
Wat ging er door je heen? Zag je haar staan, pakte je in een opwelling een sleutel uit je jaszak en besloot je haar te krassen?
Waarom?
Ik wil niet weten wie je bent. Als ik het te weten kom, sta ik niet voor mijzelf in. Ik heb visioenen van een kaasschaaf over je neus halen, twee keer. Je hebt me boos en verdrietig gemaakt. Als dat je opzet was, is het gelukt. Ik houd van dat Lelijke Eendje. Ze is voor mij een symbool van blijdschap, van geluk, van liefde. Jij hebt dat bekrast en bezoedeld en dat neem ik je kwalijk.
Ik ga haar laten repareren, natuurlijk. Mocht je een bijdrage in de kosten willen leveren, ben je van harte welkom een gesloten envelop met geld door mijn brievenbus te gooien. Anoniem, want zoals gezegd: Ik wil niet weten wie je bent.