Als auteur dien je over een aantal eigenschappen te beschikken, zo zegt men. Wat mij betreft kunnen ze allemaal overboord, je hebt maar één ding nodig om te kunnen schrijven: een schrijflijf.
Sinds twee weken word ik lastig gevallen, geplaagd, gepest, ronduit onderdrukt door een slijmbeursontsteking in mijn rechterschouder. In vaktermen: Een auwschouder.
Ik sla mij er, zoals het mij betaamd, piepend en krakend en knarsend doorheen. Met daverend succes, de auwschouder begint nu onder mijn rechteroor en eindigt ergens halverwege mijn bovenarm. Alles ertussen klopt, steekt, zeurt en zanikt de hele dag door, behalve als ik beweeg. Dan zijn er geen woorden meer te vinden dan 'Auw!'
Ik heb nooit geweten dat ik zoveel rekte en strekte, naar mij toe haalde of van mij afduwde. En dat ik zo extreem rechtshandig ben, valt mij ook nu pas op.
Nanowrimo is stevig in het water gevallen. Ook liggen mijn handwerkjes stil. Er groeit niets. Geen verhaal, geen breiwerk, geen naaiwerk.
Donderdag maar weer even naar de dok. Eens kijken of hij deze keer verder komt dan: 'Heeft u stress?'