Insturen is een spannende aangelegenheid. Kijken op de website van uitgevers hoe ze manuscripten willen ontvangen, netjes uitprinten, alles drie keer controleren. Ik doe het niet vaak, dat insturen, maar als ik het doe maak ik er werk van. Omdat dat netjes is en ik best een net mens ben.
Afwijzingen krijgen is niet leuk, maar ook niet erg. Ze zijn wat ze zijn. Gisteren echter, ontving ik een afwijzing die me deed fronzen. Natuurlijk ken ik de afwijzingen al waarbij me wordt aangeraden een scriptbureau in de arm te nemen en daar voor ettelijke duizenden euro's mijn manuscript te laten beoordelen. Ik leg ze altijd aan de kant en denk er hoofdschuddend bij: 'Als ik een beoordeling van mijn manuscript wilde, hád ik het wel naar een beoordelingsbureau gestuurd. Het enige wat ik wilde weten is of dit manuscript geschikt voor uitgave bij u. Kennelijk niet. Dat was voldoende geweest.'
En dan gaat het leven verder.
Maar deze was anders.
In drie regels werd de afwijzing gemotiveerd. Standaard zinnen, mijn hartje klopt er niet sneller van.
Vervolgens werden er zeventien regels gespendeerd aan Brave New Books.. Zowaar; daar sloeg mijn hart van over.
Het concept Brave New Books is me bekend, dank u. Via een andere website die ook door hetzelfde platform wordt ondersteund probeer ik het momenteel uit en ik moet zeggen: zeer gebruiksvriendelijk, mooie boeken en een kei van een helpdesk. Maar daar vroeg ik niet om toen ik mijn manuscript instuurde. Ik wilde weten of het bij u in het fonds paste. Meer niet. En ik vind het niet netjes dat ik reclame voor Brave New Books in mijn afwijzingsbrief krijg, eenvoudigweg omdat die er niet in past.
Nee, ik noem de uitgever niet. Da's niet chique.