Mijn ideale schrijfdag beslaat zo'n duizend woorden. Vrijwel iedere dag probeer ik die te halen, vaak lukt dat. Duizend woorden is precies mooi. Op de een of andere manier weet ik ook wanneer ik er ben. Dan 'mag' ik iets: een kopje koffie of een rondje benen strekken of een frummel maken.
Door de griep vorige week is mijn schrijfritme ernstig verstoord. Niet alleen schreef ik weinig, het waren ook nog eens woorden die ik er moeizaam uitgeperst kreeg. Mijn Denk zat net zo verstopt als mijn neus.
Zaterdag knapte ik op. Tussen het boodschappen doen en het herstellen van wat huishoudelijke chaos, haalde ik mijn woordquotum. Gelukkig!
Zondag ging het zo goed, dat ik halverwege de dag dacht wel 4.000 woorden te moeten kunnen halen. Ik zat strak in het ritme, het verhaal liep lekker, de woorden stroomden eruit. Tussendoor gezellig gefrummeld en een fotoalbum aangemaakt voor mijn gimpen.
Uiteindelijk schreef ik er 5374. Voor mij een absoluut record.
Werd ik vanmorgen wakker van de zenuwen: Zó snel schrijven? Het zijn vast 5374 slechte woorden. Ze kunnen niet goed zijn, zoveel schrijf ik nooit.
Hoe ik erbij kwam? Geen idee, ik lijd daar toch nooit zo aan. Maar het idee vatte post en zoals dat dan gaat: het ging van kwaad tot erger. Binnen de kortste keren waren die heerlijke 5374 woorden van gisteren niet alleen de meeste, maar ook de slechtste die ik ooit schreef.
Met bonkend hart dwong ik mijzelf die woorden na te lezen. En dapper nam ik mij voor ze alle 5374 te schrappen, mocht het gehalte zo laag zijn als ik inmiddels dacht..
Ze zijn hartstikke goed. Niet alleen beter dan ik vreesde, zelfs beter dan ik al dacht toen ik ze gisteren schreef. Het zijn gewoon 5374 perfecte woorden voor het verhaal.
Nu snel verder schrijven.