Vanmiddag om half vier was het zover: de officiële presentatie van het kinderboek 'Ridders op sokken', dat ik samen met Django Mathijsen heb geschreven en dat werd geïllustreerd door Wietse Feenstra (wiens naam ik in de zenuwen vergeten ben te noemen, bedenk ik me nu). De presentatie vond plaats in de bibliotheek van Krimpen aan de Lek. Lekker dicht bij huis.
Ik had toch even de zenuwen: zouden er wel mensen komen?
Maar gelukkig! De allereerste die binnenkwam, was meteen de belangrijkste: Alexander. 'Onze Alex' is de grootste fan van 'Koningsbillen en drakenstreken' die ik ken. Nadat hij het boek had gelezen, heeft hij me bijna wekelijks gevraagd of er een volgend deel zou komen en zo ja: wanneer dan? Het was dus niet meer dan logisch om hem het eerste exemplaar te geven .
Er was de lokale omroep: Paul de Heus heeft de presentatie en het voorlezen vastgelegd. Er was pers: Jan Timmer kwam kijken en heeft mij en Alex geïnterviewd. Er was een fotograaf: Herman Visser heeft ons vereeuwigd. En er waren vooral kindertjes. Die ik, na het officiële gedeelte, heb uitgenodigd om met mij een verhaaltje te bedenken. Binnen twee minuten hadden we een jongetje van zes, dat niet graag naar school ging omdat hij een akelige tovenares als juffrouw had. Ieder kind dat zich vervelend gedroeg, werd door haar veranderd in een kikker. Gelukkig kon ons jongetje zwemmen .
Tot slot heb ik aan de kindjes die nog langer konden blijven een hoofdstuk voorgelezen in de voorleeshoek. Ademloos werd er naar me geluisterd. En eens te meer wist ik: dit is het. Dit is zó leuk.